Wat is een tandarts-pedodontoloog?

Een tandarts-pedodontoloog is een tandarts, die na de 6-jarige tandheelkunde opleiding nog een 3-jarige postdoctorale opleiding volgt.  De tandartsen die deze opleiding met succes hebben afgerond, worden door de Nederlandse Vereniging voor Kindertandheelkunde (NVvK) officieel erkend als kindertandarts. Nederland telt inmiddels ongeveer 45 officieel geregistreerde kindertandartsen. Via een systeem van visitatie en herregistratie wordt de kwaliteit van dit register bewaakt.

Wanneer breken bij kinderen de tanden door?

Bij de meeste kinderen breken eerst de ondersnijtanden door; gemiddeld genomen is een kind dan 6-10 maanden oud. Zo breken meestal eerst alle voortanden door (4 in de onderkaak en 4 in de bovenkaak). Daarna komen over het algemeen eerst de voorste melkkiezen door (13 tot 19 maanden), dan de hoektanden (16-23 maanden) en rond de leeftijd van 2,5 jaar breken de achterste melkkiezen door. Let op: dit zijn gemiddelden, dus maak je vooral geen zorgen als je kind hier iets vanaf wijkt (zowel qua doorbraaktijd als -volgorde). Tijdens de periode van doorbraak wordt er door het kind vaak gekwijld, verdwijnen vingers en andere dingen in de mond om daarop te kauwen. Veel kwaaltjes (rode uitslag, rode wangetje, verhoging, huilerig) worden toegeschreven aan het krijgen van tanden. Een echt verband is echter wetenschappelijk nooit aangetoond!

Wanneer krijgen kinderen hun blijvende tanden en kiezen?

Een kind wisselt zijn tanden en kiezen tussen zijn zesde en twaalfde jaar. Tussen 6 en 8,5 jaar (gemiddeld) komen op de plaats van de melktanden blijvende exemplaren (4 in de onderkaak en 4 in de bovenkaak). Ook komen er in die tijd nieuwe kiezen bij, omdat er meer ruimte in de mond ontstaat doordat een kind groeit. Rond het 6e levensjaar breekt achter de laatste melkkies een nieuwe, blijvende kies door. Rond de leeftijd van 10 jaar gaan de melkhoektanden en melkkiezen wisselen. Als een kind ongeveer 12 jaar oud is, komt er achter de eerste blijvende kies nog een kies bij. Een volledig blijvend gebit bestaat uit twaalf tanden en zestien kiezen. De verstandskiezen zijn hierbij niet meegerekend. Die breken op latere leeftijd door.

Hoe kan je het beste poetsen bij kinderen?

U begint met het poetsen van de tanden vanaf het moment dat het eerste tandje is doorgebroken. Tot 2 jaar kunt u het gebit éénmaal per dag poetsen en vanaf 2 jaar tweemaal per dag. Tot en met de leeftijd van 4 jaar gebruikt u het beste peutertandpasta, vanaf 5 jaar kunt u overstappen op de junior of volwassen tandpasta.

De allerkleinsten kunnen het best liggend op de commode gepoetst worden. Grotere kinderen kunnen liggend op bed gepoetst worden of u kunt de tanden poetsen door zelf achter uw kind te gaan staan en zijn hoofd op uw hand te laten rusten.

Gebruik een kleine tandenborstel met zachte haren en doe daar een klein bolletje tandpasta op. Maak zachte, masserende bewegingen over zowel de tanden als het tandvlees.

Als uw kind ouder wordt, kunt u uw kind meer eigen verantwoordelijkheid geven door het gebit zelf te laten poetsen. Tot 10 jaar is het wel belangrijk om het gebit, minstens eenmaal per dag na te poetsen, bij voorkeur ‘s avonds. Ook daarna is het belangrijk om het tandenpoetsen regelmatig te controleren en te begeleiden.  

Wat is de invloed van eten en drinken op het melkgebit??? 

In vrijwel al ons eten en drinken zitten suikers en zetmeel. Bacteriën zetten deze stoffen in de mond om in zuren. Die zuren tasten het gebit aan, zo ontstaan gaatjes. Gelukkig heeft speeksel een beschermende werking. Het neutraliseert de zuurinwerking op het gebit. Maar daar is wel tijd voor nodig. Beperk daarom het aantal eet- en drinkmomenten van uw kind tot maximaal 6 per dag. Drie keer een maaltijd en maximaal drie keer per dag een tussendoortje. Zo krijgt het gebit tussendoor voldoende tijd om te herstellen. Geef uw kind liever hartige dan zoete dingen, hier herstelt het gebit sneller van. Probeer uw zoon of dochter niet aan zoetigheid te laten wennen en voeg aan voedsel en dranken geen suiker toe. Geef de voorkeur aan suikervervangers die in lightproducten zitten, maar bedenk wel dat in lightdranken ook zuren zitten. Probeer altijd een eetmoment met een drinkmoment te combineren en beperk de tijdsduur van het eetmoment. Eet zoveel mogelijk aan tafel en zet tijdens het spelen eventueel een beker water voor uw kind neer.  

Waarom kan mijn kind beter uit een beker drinken dan uit een flesje of tuitbeker?

Vaak sabbelen aan een zuigflesje of anti-lekbeker met bijvoorbeeld vruchtensap, siroop, drinkyoghurt en andere melkproducten kan het gebit aantasten. Omdat het gebit langdurig met suikers in aanraking komt, is er een grote kans op het ontstaan van zogenoemde zuigflescariës. De kans hierop is kleiner als kinderen hun zoete drankjes in één keer opdrinken. Laat daarom uw kind vanaf negen maanden uit een beker zonder tuit drinken in plaats van uit een zuigflesje of anti-lekbeker. Dat is ook beter voor de ontwikkeling van de mondmotoriek. Gebruik een tuitbeker eventueel eerst even als tussenstap. ’s Avonds en ’s nachts is het drinken uit een zuigflesje met zoete inhoud (maar ook met melk!!) extra schadelijk. ’s Nachts kan het speeksel de zuuraanvallen op het gebit vrijwel niet herstellen. Het (’s nachts) drinken van water (uit een zuigflesje) is overigens niet schadelijk.

Hoe krijg ik mijn kind van de speen af?

Een pasgeboren baby heeft ook buiten de voedingen om vaak een grote zuigbehoefte. De speen kan een hulpmiddel zijn om je kind tevreden te stellen als hij of zij zuigbewegingen met de mond maakt. Maar na een maand of twaalf wordt die zuigbehoefte minder en krijgen kinderen vaker de speen van hun ouders als troost of uit gewoonte. Dat is het moment waarop je kunt gaan beginnen met afbouwen! Hoe langer je met afbouwen wacht, hoe moeilijker het wordt. Een kleuter zal bijvoorbeeld meer protesteren. Bovendien maakt een ouder kind meer spannende dingen mee en heeft de speen dus vaker nodig als troost.

Bewust afscheid nemen van de speen. Uiteindelijk is het natuurlijk de bedoeling dat je kind ook bij het inslapen geen speen meer in de mond heeft. Je kunt met je kind afspreken wanneer je afscheid van de speen neemt. Je kunt de speen aan een ballon binden en samen de speen uitzwaaien. Of geef de speen aan het paard van Sinterklaas mee. Het gaat erom dat de speen definitief weg is. Een kind van een jaar of drie, vier beseft dat en realiseert zich ook dat zeuren om een speen geen zin meer heeft. Je moet er natuurlijk wel voor zorgen dat je de speen pas vaarwel zegt als je kind het idee heeft dat het voldoende afscheid heeft genomen. Het moet zijn of haar ‘eigen’ besluit zijn.

Volhouden! Vaak gaan de eerste twee dagen zonder speen best goed, maar begint je kind op de derde dag te zeuren. Juist dan moet je doorzetten. Ben je zelf moe of heb je veel stress, dan zul je toegeven en toch de speen maar weer geven om van het gezeur af te zijn. Dat is heel begrijpelijk, maar je moet dan weer van voren af aan beginnen. Dus kies voor je kind, maar ook voor jezelf, een goed moment om met afbouwen te beginnen en houd vol.

Hoe krijg ik mijn kind van het duimen af?

Eigenlijk zou een kind moeten stoppen met duimen voordat hij gaat praten, zo rond zijn eerste verjaardag. Maar we blijven realistisch. Duimzuigen afleren is alleen te doen als je kind meewerkt. Biedt hem andere vormen van rust en troost (even op schoot, spelletje doen, gesprekje voeren) op het moment dat hij normaal zijn duim opzoekt. Het is ook goed om het ‘niet duimen’ te belonen, met bijvoorbeeld een compliment of een sticker.

’s Nachts duimen, is moeilijker af te leren. Laat je kind een pleister om zijn duim doen of een vingerpoppetje. Dat moet hij heel bewust afdoen om te kunnen zuigen en met dat bewustzijn kan hij ook besluiten het niet te doen. Overdag kan een pleister je kind ook helpen om in zijn stoppoging te volharden.

Wat zijn “kaasmolaren”?

Een “kaasmolaar”, met een wetenschappelijke term “Molar Incisor Hypomineralisation (MIH)” genoemd, is een afwijking van het tandglazuur. Dit komt vooral voor op de eerste blijvende kies, maar bijvoorbeeld ook op de tweede melkkies (HSPM).

Kaasmolaren kunnen herkend worden doordat deze tanden er mat-opaak, wit-gelig (“kazig”) uitzien. Deze defecten kunnen voorkomen in vlekken of over de hele kies. Zulke verkleurde plaatsen zijn zeer poreus en kunnen makkelijk afbrokkelen (vandaar de naam kaasmolaren). Bovendien zijn ze uiterst gevoelig voor gaatjes. Dit komt door een fout in de samenstelling van het glazuur van de tand. Ongeacht de ernst van de aandoening kunnen de kaasmolaren meer of minder gevoelig zijn. Volgens studies komen kaasmolaren voor bij 10-20 % van de kinderen. Nederlands onderzoek heeft uitgewezen dat in de helft van de gevallen ook de centrale blijvende snijtanden aangetast zijn. Naar de oorzaak van kaasmolaren wordt veel onderzoek gedaan, maar is op dit moment nog onbekend.

Wat is “De Wolf”?

“De Wolf” is een volksgeloof, waarbij men denkt dat door een niet te stoppen ziekte tanden en kiezen verloren gaan. Het is echter maar bijgeloof. In werkelijkheid bestaat er niet zo’n ziekte. Wel is het voor veel oudere mensen een mooi verzinsel om het slechte onderhoud en verlies van hun gebit te verklaren. Door “De Wolf” de schuld te geven van het tandbederf, leek het alsof ze er zelf niets aan konden doen. Ze hoefden zich zo niet schuldig te voelen over het verlies van hun tanden en kiezen. “De Wolf” bestaat dus niet: er wordt mee bedoeld dat mensen erg veel gaatjes hebben.